“Ben ik te gevoelig?”

Of ben jij kind van een emotioneel onvolwassen ouder?

Sommige ouders lijken altijd druk, kwetsbaar of overgevoelig. Behalve als ze iets van je nodig hebben. Dan weten ze je feilloos te vinden.

Herkenbaar?

Je doet je best om een volwassen relatie te hebben met iemand die zelf nooit echt volwassen werd. Gefeliciteerd: je bent kind van een emotioneel onvolwassen ouder. Of je deelt de zorg voor je kind met een co-ouder die vooral zichzelf op de eerste plek zet.

Hoe wordt er omgegaan met jouw gevoelens? Zijn ze ‘onhandig’, en zien we die liever niet? Wordt jouw feedback als aanval gezien? Zijn oprechte gesprekken te confronterend en gaan we die liever uit de weg?

Wat jij voelt, is lastig. Onhandig. Onwenselijk. Als je iets zegt, voelt het voor de ander als een aanval. Gesprekken blijven oppervlakkig. Jij past je aan. Houdt afstand — geestelijk of letterlijk. En dan ben jij ineens de ondankbare. Of niet loyaal genoeg.

Als je uiteindelijk wél uitspreekt wat je voelt, hoor je de klassiekers: “Stel je niet aan.” “Doe niet zo moeilijk.” “Dat moet je niet zo persoonlijk nemen.” Misschien hoorde je het als kind. Misschien hoor je het nu nog steeds in je eigen hoofd. De stem van vroeger werd een innerlijke criticus. Die je laat twijfelen: Ben ik te gevoelig? Te veel? Te lastig?

Kinderen van egocentrische of emotioneel afwezige ouders groeien vaak op met de overtuiging dat hun gevoelens er niet toe doen. Dat liefde iets is wat je moet verdienen door jezelf weg te cijferen. Dat ruimte innemen gevaarlijk is want je zou zomaar afgewezen kunnen worden.

Dus leer je je in te houden. Niet lastig zijn en je verdriet verbergen. Wat ooit bescherming bood, werkt nu tegen je. Je zegt te snel ja. Slikt je mening in. Stelt geen grenzen. En blijft hopen op erkenning die maar niet komt.

Misschien trek je mensen aan die, net als je ouder vroeger, weinig oog hebben voor jouw grenzen. Misschien durf je jezelf niet echt te laten zien, uit angst dat je weer ‘te veel’ bent. Dat is pijnlijk, maar ook waardevol om te beseffen. Dit is geen toeval. Het is een patroon. En patronen kun je doorbreken.

Begin klein. Zeg wat je echt voelt, ook als dat spannend is. Stel een grens. Vraag om hulp of steun, zonder je te verontschuldigen. Het voelt misschien onwennig. Je oude reflex wil je laten aanpassen of terugtrekken. Maar juist in dat ongemak groeit iets nieuws: en dat is jouw stem, jouw plek en jouw kracht.

“Ik ben te veel” of “Ik ben te gevoelig” is niet jouw waarheid. Het is een litteken.

En littekens mogen er zijn. Ze vertellen dat je iets hebt overleefd.

In coaching, ook met de KernAanpak waar ik mee werk, leer je niet alleen waar dit vandaan komt, maar vooral: hoe je het verzacht. Hoe je ruimte maakt voor jezelf, zonder schuldgevoel. Hoe je je emoties niet onderdrukt, maar leert dragen.

Zodat je niet alleen weet dat je ertoe doet, maar het ook echt voelt.

Voel je dat het tijd is om hierin iets te doorbreken? Je hoeft het niet alleen te doen.

Neem gerust contact met me op.

Volgende
Volgende

Je bent niet goed wijs!