Echte gevoelens
Soms nemen je gevoelens een loopje met je. Je denkt dat je iets voelt, maar toch is het niet waar. Hoe kan dat?
Gevoelens kunnen levensecht lijken omdat ze sterke lichamelijke en mentale reacties oproepen. Je hartslag versnelt, je gedachten veranderen, en je gedrag past zich aan.
Maar dat betekent niet altijd dat ze gebaseerd zijn op de werkelijkheid.
Vaak ontstaan gevoelens door hoe je een situatie interpreteert, niet door wat er werkelijk gebeurt.
Je voelt je misschien afgewezen als iemand niet meteen reageert op een bericht, terwijl die persoon gewoon druk is.
Soms komen gevoelens voort uit oude ervaringen en lijken ze alsof ze nu gebeuren, terwijl het eigenlijk een echo uit het verleden is.
Ook kunnen gevoelens je misleiden omdat je iets zo graag wilt dat je ze voor waarheid aanneemt, zonder dat er bewijs is. Verliefdheid kan dit bijvoorbeeld versterken: je bent ervan overtuigd dat de ander ook gevoelens voor jou heeft, puur omdat je dat hoopt.
Daarnaast worden gevoelens beïnvloed door je fysieke gesteldheid. Stress, slaaptekort of voeding kunnen je stemming veranderen zonder dat daar een "echte" reden voor is.
Denkfouten zoals zwart-witdenken of overgeneraliseren kunnen je emoties versterken, zelfs als ze niet overeenkomen met de werkelijkheid.
Gevoelens zijn echt in de zin dat je ze ervaart, maar dat maakt ze niet automatisch een juiste weergave van de situatie. Soms zijn ze vooral een beschermingsmechanisme dat ooit nodig was, maar nu juist relaties onder druk zet.
Bijvoorbeeld als je voortdurend waakzaam bent en bijna alles als een bedreiging ziet.
Die constante alertheid kan voortkomen uit eerdere ervaringen en zorgt ervoor dat je steeds op je hoede bent.
Zelfs als dat niet nodig is.
Het ingewikkelde is dat je niet altijd op je eigen gevoelens kunt vertrouwen. Wat moet je dan?
Het vraagt om zelfbewustzijn om te herkennen wat je voelt, zonder die emoties meteen als waarheid te zien.
Het helpt om eerst bij jezelf stil te staan en te onderzoeken: Waarom raakt dit me zo?
In plaats van je emoties op de ander te projecteren, kun je zeggen wat iets met jou doet: "Ik merk dat ik me niet gehoord voel." Zo voorkom je dat de ander zich aangevallen voelt en vergroot je de kans op een goed gesprek.
Geef jezelf ook de ruimte om na te denken als iets je raakt. Je mag aangeven dat je tijd nodig hebt: "Ik wil hier graag over praten, maar ik moet het eerst even laten bezinken."
En als iets je triggert, kan een open vraag helpen: "Hoe bedoel je dat precies?" Dit voorkomt misverstanden.
Soms helpt het om je gevoelens te delen met een neutraal persoon (coach, collega, vriend(in)) voordat je ze met de betrokkene bespreekt.
Hoe betrouwbaar vind jij jouw eigen gevoelens? Kun je wel wat hulp gebruiken bij het duiden van je gevoelens?
Neem dan contact met me op.